Brand in de parkeergarage

Op zondagavond 28 december 2022 zitten Joke (74) en haar man Ton (73) rustig televisie te kijken in hun appartement in het Heuvelkwartier in Breda. Plots valt de televisie uit. Als ze door de balkondeuren dikke, zwarte rook zien, weten ze: foute boel.  

Ze grissen snel hun telefoon, medicijnen en andere belangrijke spullen mee en rennen dan naar buiten. Omdat de galerij vol rook staat, snelt Joke weer naar binnen om wat natte handdoeken te pakken, om voor hun gezicht te houden. Maar er komt al geen water meer uit de kraan. Ondanks dat ze geen hand voor ogen zien, weten Joke en Ton veilig en ongedeerd buiten te komen.  

“Eenmaal buiten stond ik te trillen als een rietje. Toen kwam het besef eigenlijk pas”, blikt Joke terug. “We wonen op de eerste etage, recht boven de plek waar de brand twee verdiepingen lager aangestoken was. Het had veel erger af kunnen lopen. We hadden geluk gehad.” 

Alles zwart 

Hoewel het appartement geen brandschade had, was de ravage enorm, vertelt Joke. “Alles zag zwart. Van boven tot onder: alles zat helemaal onder het roet. De gordijnen, lampen en luxaflex moesten we laten vervangen. De vloer had veel waterschade; die moest er ook uit. De rest hebben we laten schoonmaken door een specialistisch bedrijf. Met zes man sterk stonden ze hier alles te reinigen; de rooklucht zat overal in.” 

Onbewoonbaar appartement 

Maandenlang is het appartement van Joke en Ton onbewoonbaar. Direct na de brand verblijven ze twee weken bij een zoon, vervolgens drie maanden op een vakantiepark en daarna nog vijf maanden in een appartement van Laurentius. “De brand, maar vooral ook alles erná, met het geregel rondom de verzekeringen, had een grote impact op ons. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten”, gaat Joke verder. “Het was prettig dat Laurentius voor ons klaarstond. Ze dachten goed mee met ons, hielpen ons aan woonruimte en betaalden zelfs onze nutsvoorzieningen. Met die hulp waren we erg blij.” 

Brandveilig wonen 

Inmiddels wonen Joke en Ton weer in hun appartement. Hoewel ze altijd al voorzichtig waren, zijn ze nu extra oplettend, vertelt Joke. “We koken bijvoorbeeld op gas. Tijdens het koken ben ik nu heel alert; ik zorg dat de vlammen niet te groot zijn en loop niet meer even weg van de pannen. We zijn nu wel meer bezig met brandveiligheid dan voorheen, ja.” 

“Ook letten we nu veel beter op of we snel weg kunnen bij noodsituaties”, legt Joke uit. “Is onze telefoon ’s avonds goed opgeladen? Hebben we onze sleutels, ook ’s nachts, bij de hand en hangt er een extra paar bij de voordeur? Werkt de lamp van de brandtrap en slingeren er geen spullen op de trap? Wordt de deur beneden bij de hoofdingang wel goed gesloten zodat er geen vreemden binnen kunnen? Daar zijn we nu veel alerter op. Ik raad andere bewoners ook aan om zich daar bewust van te zijn.” 

En nóg een tip van Joke: “Zorg dat je een goede inboedelverzekering hebt!”  
De opstalverzekering regelt de woningcorporatie. Maar voor een inboedelverzekering ben je zelf verantwoordelijk. “Gelukkig was dat bij ons goed geregeld. Dat scheelde ons veel geld.” 

Weer kunnen genieten 

Hoewel de brand en de nasleep veel impact hebben gemaakt, heeft het Joke en Ton ook mooie dingen opgeleverd. “We beseffen ons nu des te meer hoe belangrijk familie en vrienden zijn. De reacties en hulp die we kregen van onze omgeving waren hartverwarmend.”  

“Het is fijn om hier weer te wonen”, zegt Joke tot slot. “We hebben hier, vóór de brand, altijd heel fijn gewoond. Het is een mooi, ruim en levensloopbestendig appartement, met een mooi, groen uitzicht. Natuurlijk liet de brand zijn sporen na, maar we hebben het achter ons gelaten. We moeten door. En dat doen we ook. We genieten weer.”